Direct inloggen

Emailadres
Wachtwoord
Opslaan
twitter
Laden

De kassa van de zaak, de portemonnee van de ondernemer?

In de praktijk zien we vaak dat directeuren- grootaandeelhouders (dga’s) een schuld aan of een vordering op hun vennootschap hebben. Beide hebben fiscale gevolgen, daarnaast is ook een naderende bedrijfsoverdracht aanleiding de vermenging van zakelijke en privé belangen kritisch te bezien.
De financiële verhoudingen tussen ondernemers en hun bedrijf moeten altijd worden bezien vanuit vragen als :
1. Is het (statutair) toegestaan?
2. Is het vanuit de BV verstandig?
3. Is het optimaal vanuit rendementsoogpunt?

Lenen van de vennootschap.
Een aandeelhouder kan om uiteenlopende redenen geld lenen van zijn vennootschap. Fiscaal gezien is het doel van de lening van belang. In alle gevallen dienen de condities waaronder de lening plaats vindt zakelijk te zijn. Er is geen wezenlijk verschil met een transactie met een onafhankelijke derde.
Indien er niet zakelijk wordt gehandeld, b.v. door het hanteren van een lage rente, dan zal het voordeel worden aangemerkt als uitdeling (dividend) en als zodanig worden belast. Het zakelijkheidsaspect kan betrekking hebben op de hoofdsom zelf of op het overeengekomen rentepercentage. De belastingcorrectie betreft zowel de vennootschap als de aandeelhouder. Ook is het denkbaar dat de aandeelhouder een hogere rente betaalt dan zakelijk gezien nodig is. Hiermee wordt de BV bevoordeeld. Voor zover de rente te hoog is, is de ontvangen rente voor de BV geen winst maar een informele kapitaal-storting. Daarmee wordt in feite de verkrijgingsprijs van de aandelen verhoogd met het bedrag van de storting.
De fiscale gevolgen van het lenen van de BV is ook afhankelijk van het doel waarvoor de lening is aangegaan.

Leningen voor de verwerving of verbetering van de eigen woning
We zien nog wel eens dat de financiering van de eigen woning niet via de bank maar via de BV verloopt. Argumenten daarvoor zijn : geen bankkosten, geen extra voorwaarden van externe financiers en het is een duurzame oplossing voor een structureel overtollige liquiditeit. De rente is voor de DGA aftrekbaar in box 1.
Hypotheekvestiging is niet vereist (kosten).

Maar er zijn ook tegenargumenten :
1. Het is maar de vraag of de lening aan de DGA statutair toegestaan is.
2. De lening van de BV aflossen en omzetten in een banklening verschaft de BV een grotere flexibiliteit om met het geld om te gaan.
3. Woonhuisfinanciering is geen part of the deal bij een toekomstige bedrijfsoverdracht . De koper zal niet gauw genegen zijn de lening aan de oude DGA te laten zitten. Een herfinanciering op het laatste moment kan problematisch zijn.
4. Door het geld in de BV te laten is een betere match mogelijk met toekomstige verplichtingen als investeringen of afstorting pensioen.
5. Het zakelijk resultaat van de BV verbetert indien de schuld aan de BV wordt afgelost. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat bij het berekenen van de solvabiliteit de vordering van de BV op de DGA (de eigen woning lening) gecorrigeerd wordt op het eigen vermogen i.v.m. mogelijke insolventie van de DGA.
6. De nettopositie van de DGA is ook een factor van belang. Om deze te kunnen bepalen is een vergelijking nodig van drie scenario’s :
- geld lenen bij de BV;
- geld lenen bij de bank, BV aflossen en beleggen in de BV;
- geld lenen bij de bank, BV aflossen, liquiditeit uitkeren aan prive en aldaar beleggen.

De uitkomst is afhankelijk van de rentestand.

Lenen van de vennootschap om AB aandelen te verwerven.
Indien de aandeelhouder geld van de vennootschap heeft geleend om aandelen in deze vennootschap te kopen (b.v. bij een overname) dan is dat een lening in box 2 met als gevolg dat de rente-aftrek beperkt blijft tot 25%. De aftrek geldt alleen bij de verwerving van aandelen waarop AB voordelen worden genoten, overigens met inachtneming van de kapitaalbeschermingsregels ingevolge BW 207C.

Op alle overige leningen wordt geen rente-aftrek toegestaan. Wel verlaagt het bedrag van de lening het box 3 vermogen, hetgeen een besparing van 1,2% van het gemiddeld bedrag van de schuld aan het begin en het einde van het jaar oplevert.

Lenen aan de vennootschap.
In het algemeen worden de opbrengsten van de geldlening i.c. een zakelijke rente,
gezien als resultaat uit werkzaamheid en derhalve belast in box 1. (max 52%)
Verliezen op de leningen komen ten laste van het box 1 inkomen.
De vennootschap mag de betaalde rente aftrekken van de VpB.

Ook de condities van een lening aan de BV dienen zakelijk te zijn (at arms length, alsof aan een derde).
Bevoordeling van de DGA door een te hoge rente wordt gezien als een verkapte winstuitdeling. Gevolg is inkomen in box 2 bij de DGA en geen renteaftrek in de BV over het onzakelijke deel.
Andersom, benadeling van de DGA door een te lage rente leidt tot een informele kapitaal storting. Bij een zakelijke hoofdsom en onzakelijke rente omvat de kapitaalstorting de gemiste rente. Bij een onzakelijke hoofdsom is de hoofdsom zelf de informele storting.
Het bedrag van de kapitaalstorting is geen winst en niet onderhevig aan VpB.

Waarom lenen aan de vennootschap?
1. De DGA heeft liquide middelen over die de BV goed kan gebruiken.
2. De BV heeft dividend beschikbaar gesteld maar in rc gehouden of teruggeleend van de DGA. In deze situatie is er wel (fictief) inkomen in box 1 bij de DGA maar is de rente niet aftrekbaar bij de BV uit hoofde van Misbruikwetgeving tenzij aangetoond kan worden dat het dividend om zakelijke redenen is schuldig gebleven.
3. De BV gaat over tot terugbetaling op aandelen maar blijft de uitkering schuldig. Ook hiet inkomen in box 1 bij de DGA en geen rente-aftrek bij de BV tenzij….. zie 2.
4. De DGA verkoopt om de terbeschikkingstellingregeling te voorkomen het bedrijfspand vanuit privé aan de BV die de koopsom schuldig blijft. Voor de DGA een vordering met box 1 inkomen, voor de BV wel renteaftrek.
NB. Bij de overdracht wordt de boekwinst bij de DGA in box 1 belast als resultaat uit overige werkzaamheden.
Een overdracht als deze is alleen interessant als de verwachting is dat het pand sterk in waarde gaat stijgen


Schuld aan de DGA aflossen of niet?
Naast de fiscale implicaties spelen ook andere motieven een rol:
financiële gevolgen voor DGA en BV uit rendementsoogpunt en gegoedheid van de BV.

Voorbeeld
DGA X leent aan de BV € 100.000 tegen een zakelijke rente van 6%
Bij 52% IB levert dat DGA X 2.880 netto op
Het alternatief is dat de BV de schuld aflost bij de DGA en een banklening aangaat tegen 6%. Voor de BV verandert er niets. De DGA belegt echter de aflossing in
privé waarbij de opbrengst wordt belast in box 3. Nu is het van belang welk rendement de DGA in privé maakt. Bij 4.5% betekent dat de netto opbrengst voor de DGA zal zijn : 4.500 minus 1.200 = 3.300.

Afgezien van het netto voordeel loopt de DGA ook niet meer het risico van oninbaarheid van zijn vordering op de BV.



LogoDe auteur, Wout van der Goot (Wout van der Goot Trusted Advisory) is zelfstandig adviseur op het terrein van bedrijfsopvolging en –overdracht. Als gesprekspartner in vertrouwelijke sfeer laat hij ondernemers zien hoe zij zelf kunnen bijdragen aan het welslagen van de overdracht van hun onderneming in materieel opzicht maar ook zodanig dat ze er een goed gevoel aan overhouden.

Stelling van de week

Overnames zijn makkelijker te financieren gezien het aanwezige kapitaal in de markt
Eens
Oneens
Plaats gratis uw zoekprofiel!
Bent u op zoek naar een bedrijf of wilt u juist uw bedrijf verkopen? Laat de Ondernemingsbeurs dan gratis voor u zoeken.

Handige sites